In het Spaans is de klemtoon van een woord te bepalen aan de hand van de letter waarmee het woord eindigt. Eindigt het woord op een -s of een -n of een klinker, dan ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, in andere gevallen op de laatste lettergreep. Lettergrepen met een accent hebben altijd de klemtoon. Lees meer voor een uitgebreidere uitleg.
Welke lettergreep heeft de nadruk?
Eindigt het woord op -s of -n of een klinker? Dan ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, bijvoorbeeld:
- ban-co
- den-tis-ta
- vi-ven
- li-bros
- se-ño-ra
Als het woord maar één lettergreep heeft dan valt daar de klemtoon op, bijvoorbeeld:
- ya
Eindigt het woord op een medeklinker (niet -s of -n)? Dan ligt de klemtoon op de laatste lettergreep, bijvoorbeeld:
Als een klinker in het woord een accent aigu (acento agudo) heeft, dan heeft de lettergreep met het accent altijd de klemtoon, bijvoorbeeld:
- te-lé-fo-no
- tam-bién
- Cór-do-ba
- in-for-ma-ción
- cá-lla-te
- Má-la-ga
Er zijn sterke klinkers (a, e, o) en zwakke (i, y, u). Een zwakke klinker naast een sterke vormen samen één klank, wat een diptongo genoemd wordt. Bijvoorbeeld:
- hie-lo
- fuer-te
- cuan-do
- pre-fie-ro
Het werkwoord preferir is niet het enige werkwoord met een diptongo in de vervoeging. Er zijn veel meer werkwoorden met een klinkerwisseling in de stam. Zie hiervoor de categorieën met diptongo ie y diptongo ue.
Met een accent kan de zwakke klinker gescheiden worden van de sterke klinker. Het is dan geen diptongo meer, maar twee afzonderlijke lettergrepen. Het accent komt dan te liggen op de zwakke klinker. Hieronder een paar voorbeelden:
- va-cí-o
- dí-a
- re-ú-no