De aantonende wijs of indicatief (in het Spaans: modo indicativo) wordt gebruikt om de reële wereld te beschrijven: dat wat is (tegenwoordige tijd), dat wat was (verleden tijd) en wat zal zijn (toekomende tijd). Dit artikel behandelt het gebruik van alle eenvoudige en samengestelde tijden in het Spaans.

Eenvoudige tijden

Tegenwoordige tijd Presente

De tegenwoordige tijd (in het Spaans: presente de indicativo) wordt gebruikt om gebeurtenissen te beschrijven die zich afspelen op het moment van spreken. Bijvoorbeeld:

Ana canta una canción.
Ana zingt een lied.

Het wordt gebruikt voor terugkerende gebeurtenissen. Bijvoorbeeld:

Cada día desayuno yogur natural con frutas frescas.
Elke dag eet ik natuurlijke yoghurt met vers fruit.
La Tierra gira alrededor del Sol.
De aarde draait om de zon.

Onvoltooid verleden tijd Pretérito imperfecto

De onvoltooid verleden tijd (in het Spaans pretérito imperfecto of copretérito) beschrijft een actie in het verleden zonder dat het duidelijk of relevant is of deze al is afgelopen. Hieronder een voorbeeld:

Los niños jugaban en la calle.
De kinderen speelden op straat.

De pretérito imperfecto wordt ook gebruik om gewoonten uit het verleden uit te drukken:

Pepe leía muchas historietas cuando era pequeño.
Pepe las veel stripboeken toen hij klein was.

Zo ook voor details als: locatie, tijd, jaar, gevoel, en mentale en fysieke aspecten:

En Almería llovía mucho.
In Almería regende het veel.
Penélope era muy guapa, tenía el pelo largo y los ojos marrones.
Penélope zag er mooi uit, ze had lang haar en bruine ogen.

Verleden tijd Pretérito indefinido

De pretérito indefinido (ook wel pretérito perfecto simple genoemd) beschrijft een actie in het verleden die volledig is afgerond. Bijvoorbeeld:

¿Qué pasó?
Wat is er gebeurd?
El otro día estudiamos la gramática española.
Laatst studeerden we Spaanse grammatica.

Woorden die horen bij de pretérito indefinido zijn: ayer (gisteren), anteayer (eergisteren), anoche (gisteravond), una vez (een keer), dos veces (twee keer), la semana pasada (vorige week), etc.

Mi hermano llegó ayer.
Mijn broer kwam gisteren aan.

De pretérito indefinido en de pretérito imperfecto kunnen in dezelfde zin worden gebruikt. In het voorbeeld hieronder wordt de context geschetst in de imperfecto en de gebeurtenis die daarin plaatsvindt in de indefinido.

Cuando navegábamos el domingo pasado de repente nos cayó un chaparrón enorme.
Toen we aan het zeilen waren afgelopen zondag kregen we een enorme regenbui over ons heen.

Toekomende tijd Futuro

De toekomende tijd (in het Spaans: futuro) wordt gebruikt voor toekomstige acties. Er is altijd een zekere mate van onzekerheid of de beschreven gebeurtenis daadwerkelijk plaats gaat vinden. Bijvoorbeeld:

La próxima semana te escribiré.
Ik zal je volgende week schrijven.

Verder wordt de futuro gebruikt voor...

...speculaties over het heden:

¿Qué hora será?
Hoe laat zou het zijn?

...waarschijnlijkheid betreffende het heden:

Serán las cuatro.
Het zal vier uur zijn.

...een indirect citaat:

Elena dice que vendrá la semana que viene.
Elena zegt dat ze volgende week zal komen.

Samengestelde tijden

In het Spaans worden de samengestelde tijden gevormd door een vorm van het hulpwerkwoord haber (hebben) in combinatie met het voltooid deelwoord (in het Spaans: participio) van het werkwoord in kwestie. Hieronder wordt per werkwoordstijd uitgelegd hoe.

Voltooid tegenwoordige tijd Pretérito perfecto

De voltooid tegenwoordige tijd (pretérito perfecto compuesto) wordt gebruikt om gebeurtenissen in het verleden uit te drukken die dicht bij het heden liggen. Vaak worden hierbij de volgende tijdsaanduidingen gebruikt: hoy (vandaag), esta mañana (vanmorgen), este mes (deze maand), este fin de semana (dit weekend).

De vorm: haber in de tegenwoordige tijd (presente) + voltooid deelwoord. Bijvoorbeeld:

Hoy he visitado a mi hermano.
Vandaag heb ik mijn broer bezocht.

Voltooid verleden tijd Pretérito pluscuamperfecto

De voltooid verleden tijd wordt gebruikt voor het uitdrukken van een actie die plaats vond voor een andere actie in het verleden.

De vorm: haber (pretérito imperfecto) + voltooid deelwoord. Bijvoorbeeld:

Cuando llegué a casa, Carlos ya había salido para el Instituto.
Toen ik thuiskwam, was Carlos al naar school vertrokken.

Voltooid perfectieve verleden tijd Pretérito anterior

De pretérito anterior wordt tegenwoordig weinig gebruikt, het kan nog wel voorkomen in literatuur. Deze tijd drukt een actie uit die plaats vond direct voor een andere actie in het verleden. In het moderne Spaans wordt in deze gevallen meestal de pretérito pluscuamperfecto gebruikt. Hieronder wel een voorbeeld met de pretérito anterior:

Después de que hubimos comido, fuimos al supermercado.
Nadat we geluncht hadden, gingen we naar de supermarkt.

Voltooid toekomende tijd Futuro perfecto

De voltooid toekomende tijd beschrijft een toekomstige actie die zal zijn voltooid vóór een andere toekomstige gebeurtenis.

De vorm: haber (futuro) + voltooid deelwoord. Een paar voorbeelden:

Habré terminado la tarea para esta tarde.
Ik zal de taak voor vanmiddag hebben afgerond.
Mañana ya te habrás recuperado.
Morgen zal je hersteld zijn.

 

Zoals gezegd beschrijft de aantonende wijs de reële wereld; die van feiten en zekerheden. Echter in de aanvoegende wijs gaat het juist niet om feiten, maar om meningen, onzekerheden, etc. Lees hierover meer in het artikel over de subjuntivo.